met de rug tegen een boom
die krom en ongelovig oud werd
zeven kinderen kreeg je stem
zes mannen je lijf, vijf moeders werd je
een van hen betrok het huis
dat maar geen thuis werd
de andere vier wuiven dagelijks nog
de kinderen uit die zij onder
het koken en braden baarden
negen ogen ben je en
je praat over een derde
alsof je er twee hebt
dan ontwaak je
eerst stokt de liefde in je keel
dan de adem van het wezen waarin je huist
onder een dekbed
gevuld met kleine veertjes
ontwaakt de oorlog
een soldaat sneuvelt
op het hoofdkussen naast je
vanavond eten we bloed, zeg je
opstaan
de dag is al jarenlang
klaarwakker