Mag ik ook aan die kassa gaan afrekenen, vraagt de vrouw die achter me in de rij staat.
Nee mevrouw, want dan gingen wij er ook wel staan.
Hm ja is ook zo. ik wil ook niet voorkruipen hoor.
Doe dat maar niet nee, dan kom ik in opstand.
Dan sla ik u met mijn schemerlamp.
Als u dat doet dan stop ik deze oorbel in uw neus.
We dikken onze speelse assertiviteit nog wat aan en merken dan lachend op dat het een schande is zo wij tegen elkaar bezig zijn.
En het is nog wel Valentijnsdag, zegt de vrouw.
Helemaal vergeten, ik sla mijn arm om haar heen en ze drukt haar wang tegen de mijne.
Dat is beter hè? lacht ze.
Veel beter.
Posts Tagged ‘kringloopwinkel’
Posted in Proza, tagged anekdote, kassa, kringloopwinkel, pret, proza, ultra kort verhaal, valentijnsdag on 2018/02/14| Leave a Comment »
Een verhaal over een oud dametje
Posted in Proza, tagged beeldje, blij, handelaar, kassa, kringloopwinkel, mannen, nederlands, tijd, verhaal, vertellen on 2017/12/09| Leave a Comment »
Zo’n 14 jaar geleden, we woonden nog maar net waar we nu nog wonen, was er een kringloopwinkel bij het winkelcentrum waar ik elke dag wel even binnen wipte. De sfeer was er gemoedelijk en het zag er gezellig rommelig uit, er viel een hoop te snuffelen. Bovendien werkten er een paar vriendelijke mannen die altijd in waren voor een gesprekje en vaak lieten blijken dat ze oog hadden voor hun klanten. Soms haalde een van de mannen als ik binnenkwam bijv. een oude pop achter de toonbank tevoorschijn omdat hij wist dat ik die verzamelde. Die had hij dan voor me apart gehouden en ook bij andere spulletjes waarvan hij wist dat ik ze leuk zou vinden deed hij dit.
Op een middag wandelde ik er weer eens binnen en trof ik de mannen aan tijdens een pauze. Ze zaten met z’n vieren op een net binnen gebracht bankstel aan de koffie. Een grote stevige kerel die me soms wat angst inboezemde omdat hij je nogal streng kon toespreken, een mager kereltje waarover ik later hoorde dat het niet bepaald een heilige was en twee mannen waarvan ik er een nog regelmatig zie en die andere af en toe. De leidinggevende – toch wel de liefste van het stel – was niet aanwezig.
Jullie zitten zo gezellig bij mekaar, zal ik jullie eens een verhaal vertellen? vroeg ik.
Ja! Doe dat maar eens, zeiden ze eensgezind in koor, meer voor de grap denk ik dan dat ze het meenden.
Goed, zei ik en begon over een oud vrouwtje te vertellen dat bij een kringloopwinkel door het raam naar binnen stond kijken. De winkel was nog niet open en toen hij geopend werd schuifelde ze, zo snel als haar krakkemikkige lichaam haar dat toestond, naar binnen. Met haar schoot een grote, stevige vijftiger mee naar binnen. Overduidelijk een handelaar. Ook hij had, over de schouder van het vrouwtje heen, naar binnen staan kijken. Terwijl het dametje naar de plank met beeldjes schuifelde overzag de man de winkel en liep toen haar kant uit. Precies op het moment dat het dametje beverig haar hand uitstak om een beeldje te pakken, griste hij het voor haar neus weg.
Oooooooooh, zeiden de mannen.
Het vrouwtje pinkte beduusd een traantje weg. Ze scharrelde nog wat rond bij de kleding en begaf zich naar de uitgang. Ook de man was klaar met zijn zoektocht en plantte het door hem weggegriste beeldje op de toonbank.
Wat moet me dit kosten? vroeg hij bars.
Meneer, voor u 45 euro, zei de man bij de kassa.
Het dametje hoorde dit omdat ze op een afstandje stond af te wachten wat haar dat prachtige beeldje gekost zou hebben. Ze haalde berustend haar schouders op, dit was toch te duur voor haar geweest, dacht ze. Dat maakte het verlies een beetje minder erg.
Ik vind 45 euro veel te veel, mopperde de handelaar, ik geef er 5 voor.
Nee, 45, het is een antiek beeldje meneer, het is zijn geld waard.
Dan laat maar.
De man liep het dametje nog niet omver toen hij pissig de winkel verliet.
Het dametje groette met een zachte stem de verkoper en wilde nu ook de winkel verlaten maar hij stapte snel op haar af. U kunt het beeldje nu kopen. Ja, antwoordde het dametje, maar 45 euro is echt te veel voor me.
O, zei de verkoper, maar u mag het voor 1 euro hoor.
Echt waar?!
Ja, zei de verkoper, ik heb wel gezien hoor wat er daarnet gebeurde .
Het dametje drukte het beeldje tegen haar borst en vertelde dat ze als kind precies hetzelfde beeldje van haar vader had gekregen en hoe ze gehuild had toen het stuk was gevallen.
Dolgelukkig verliet ze de winkel.
Einde.
De grote – mij soms angst inboezemende – kerel stond op en sloeg zijn armen om me heen. Dit hedde ter plekke bedacht hè? snotterde hij.
Verzamelen
Posted in Algemeen, Proza, tagged kennis, kringloopwinkel, rommelmarkten, spullen, verhaal, verslaving, verzamelen on 2017/07/14| 4 Comments »
Dolfijnen
Posted in Haiku, Proza, tagged anekdote, beeldje, dementie, dolfijnen, dutch, haibun, kringloopwinkel, Sierlijk vallen, tijd, verhaal on 2015/12/11| Leave a Comment »
‘Het zijn dolfijnen mevrouw,’ antwoord ik geduldig als een oude dame me voor de derde keer vraagt wat het voor vissen zijn, ze toont me het beeldje nog eens. Ook bij de kassa hoor ik ze antwoorden dat het dolfijnen zijn en even later klinkt de zware bas van een oudere heer, ‘dolfijnen vrouwke.’
Het ‘vrouwke’ stapt dapper op me af, laat het beeldje weer zien en vraagt dan of het misschien toch een anders soort vis is. ‘Zo een die op een dolfijn lijkt, mijn kleinzoon verzamelt ze, hoe heten ze ook alweer?’ ‘Orka,’ probeer ik, ‘zaagvis?’. Ze schudt het hoofd, ‘nee, ze heten anders.’
Als ik mijn aankoop in mijn tas laat glijden en me naar de uitgang begeef klampt ze me opnieuw aan. Ze stelt dezelfde vraag maar krijgt nu een verrassend antwoord. ‘Het is vooral een heel lelijk beeldje,’ zegt de oudere heer van daarnet met een brede glimlach en schuift zijn arm in de hare. Ze kijkt voor een moment heel verbaasd en schiet dan in de lach, ‘dat is waar, mooi is anders.’
ze zoekt in haar tas
– de sleutels, het horloge –
wat grip op de dag
Haiku uit: Sierlijk vallen
Reuze kabouter
Posted in Poëzie, tagged brein, dutch, gedicht, kabouter, kakelen, kippen, kringloopwinkel, man, nederlands, poëzie, poem, poetry, prijzen, schrijver, tijd, verhaal on 2015/09/23| Leave a Comment »
Bij het zien van een reuze kabouter
in de kringloop dacht ik, prijzenschrijver
zou een beroep moeten zijn.
Wat doet u voor uw brood?
Ik ben prijzenschrijver.
Verdient dat een beetje?
Elke wedstrijd een prijs.
Uw brein zou het mijne kunnen zijn
zegt de man die ik eerder tegen twee kakelende dames
hoorde zeggen dat hij kippen haat.
Wat zou u doen met mijn brein?
Ik zou fantastische verhalen bedenken.
Zou u er uw brood mee kunnen verdienen?
Natuurlijk, wat dacht je, zo’n groot denker.
Brave burger
Posted in Proza, tagged burgerplicht, dutch, helpen, hulpvaardig, jatten, kringloopwinkel, verhaal, vriendelijk zijn, winkel on 2015/09/02| 2 Comments »
‘Hedde gullie miskien amusementlippelkes?’
Mijn hand zweeft net boven een glas op het moment dat ik deze woorden opvang.
Het meisje achter de kassa, dat al zeker een kwartier oefent in zo verveeld mogelijk kijken is zo verrast door de vraag dat ze de oefening vergeet.
‘Ik zal het even voor u navragen,’ klinkt het vriendelijk.
‘We weten niet precies wat u bedoelt,’ hoor ik haar even later zeggen, ‘maar gaat u er maar vanuit dat we het niet hebben.’
‘Ik snap ut nie,’ zucht de vrouw en krijgt dan mij in het vizier. ‘Mevrou, u lekt me iemes die veul weet, heeft u miskien amusementlippelkes gezien in deze winkel?’
Vanuit mijn ooghoeken zie ik het oude dametje dat me eerder vanmiddag over mijn teen reed met haar rollator, een glas in haar tas stoppen. Ze doet het zo onzichtbaar mogelijk.
‘Amusementlepeltjes?’ herhaal ik, gewillig gehoor gevend aan haar verzoek even mee te denken, ‘ik denk dat ik er een gezien heb. Als ik tenminste goed begrijp wat het voor lepeltje moet zijn.’
‘Het is voor een feesje, men zus had ze ok toen ze een feesje gaf ik snap allinnig nie waar ze die lippelkes vandaan heeft. Ik ben al in veul winkels gewist en nerges hebben ze ze. Ze weten nie eens wè het zen.’
‘Van die lepels met een gekrulde steel, bedoelt u die?’
‘Ziede wel, ik wist wel dat u het zou begrijpe.’
‘Het zijn amuselepeltjes misschien begrijpen ze u beter als u daar naar vraagt.’ corrigeer ik haar en schiet – bij het zien van haar onzekere blik – in mijn gedienstige welwillendheid modus, ‘zal ik even met u meelopen?’ bied ik aan.
Bij de kassa liegt een man over de wandelstok die ik een andere klant bij de kassa heb zien zetten met het verzoek er even op te letten. ‘Ik zal die mevrouw even zoeken,’ hoor ik de man aller beminnelijkst antwoorden op de reactie van het meisje die de eer te beurt viel om over de stok te waken. ‘Als ze de stok niet meer wil kom ik hem afrekenen,’ zegt hij om er, na eerst even een misleidende route te nemen, regelrecht mee de winkel uit te lopen. Ik aarzel, moet ik nu die man achterna? Moet ik het dametje berispen omdat ze iets jat? Waar ligt de grens, vraag ik me af, waar ben je nog gewoon een vriendelijke burger en waar vloeit het over in een bemoeizuchtige, semi politieagent? Ik weet het even niet meer en voel de pijnlijke teen waar de rollator overheen ging. ‘Sorry,’ had het dametje gezegd met haar door de tijd geslepen stembanden, ‘ik had u wel gezien maar uw voeten niet.’ ‘Tja, die zitten over het algemeen genomen toch echt altijd aan me vast.’
‘Kom dan,’ de doorrookte, hese stem van de vrouw klinkt voor een moment heel helder. Ze is verwachtingsvol stel ik vast en ga haar voor.
‘Ja, zon is het maar het is er maar een,’ teleurgesteld mikt ze het zo felbegeerde amusementlippelke terug in de bak.
‘Als u dit lepeltje koopt, kunt u het in andere winkels laten zien, dan begrijpen ze wat u zoekt? ‘ doe ik nog een schepje bovenop mijn hulpvaardigheid. Verbaasd kijkt ze me aan; ‘goh’, zegt ze, ‘ik fijn dè wel goei denkwerk. Bedankt,’ ze grist het weer uit de bak en weg is ze.
‘O ja, dat glas,’ bedenk ik me en begeef me naar de plek waar het stond om vast te stellen dat het weg is. Het oude dametje met haar rollator kruist mijn pad. Ze kijkt me een beetje spottend recht in de ogen, ik kan het nu toch niet laten en merk op dat het in deze winkel de bedoeling is dat de spulletjes worden afgerekend bij de kassa.
‘Hihihihi,’ is de reactie